Keuze B
Minimaal instandhouden
notificationsDe bedragen zijn een hoog-over indicatie ter ondersteuning van gesprekken over de verschillende mogelijkheden op dit dossier. Dit kan zonder verdere uitwerking niet in beleidsplannen opgenomen worden. Het hier weergegeven bedrag is alleen een optelsom van de inschattingen voor de genoemde maatregelen en daarmee geen complete inschatting van benodigde financiële middelen voor deze keuzerichting.
Inschatting van financiële impact in € miljoen
Impact op de exploitatie
2023-2026
2027-2030
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal
385
448
68
84
87
102
112
112
112
112
112
Impact op de investeringsbehoefte
2023-2026
2027-2030
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Totaal
727
923
46
95
191
233
208
221
234
234
234
Onderbouwing
De nu bestaande assets in stand houden
Het in stand houden van de nu bestaande assets op absoluut minimumniveau leidt, ten opzichte van de huidige begroting, tot de hierboven aangegeven knelpunten op de exploitatie en de investeringen. Deze zijn gebaseerd actuele onderhoudsprogrammering Stadsbehoud voor wettelijk minimale instandhouding (2022-2026) (getoetst op realistische uitvoerbaarheid), en de normkosten Stadsbehoud vanaf 2027. Hierin zijn opgenomen: de knelpunten op dagelijks onderhoud, exploitatie, groot onderhoud, instandhoudingsmanagement en vervanging van alle assets, het Amsterdamse Bos, en programma Bruggen en Kademuren.
De volgende zaken zijn niet in deze raming opgenomen:
- De knelpunten op gebied van beheer en onderhoud vanwege de areaaluitbreiding van Weesp. Het areaal van Weesp is op het moment van schrijven nog niet financieel overgedragen aan de gemeente Amsterdam. Vanaf de Voorjaarsnota 2023 zullen eventuele knelpunten op gebied van de onderhoudsbudgetten voor het areaal Weesp integraal meegenomen worden in de besluitvorming van programma Stadsbehoud.
- Het benodigde budget voor beheertaken van Water uitgevoerd door Waternet.
- Het benodigde budget voor groot onderhoud en vervanging tunnels vanaf 2027 (voor groot onderhoud en vervanging tunnels zijn nog geen normkosten bekend).
- De kosten voor het apparaat van de organisatieonderdelen Stadswerken en Verkeer en Openbare Ruimte.
- Een deel van de noodzakelijke budgetten voor beheer en onderhoud van de asset water (de budgetten die daarvoor in bovenstaande financiële uitwerking zijn opgenomen zijn nog onzeker).
De volgende zaken zijn niet in deze raming opgenomen:
- De knelpunten op gebied van beheer en onderhoud vanwege de areaaluitbreiding van Weesp. Het areaal van Weesp is op het moment van schrijven nog niet financieel overgedragen aan de gemeente Amsterdam. Vanaf de Voorjaarsnota 2023 zullen eventuele knelpunten op gebied van de onderhoudsbudgetten voor het areaal Weesp integraal meegenomen worden in de besluitvorming van programma Stadsbehoud.
- Het benodigde budget voor beheertaken van Water uitgevoerd door Waternet.
- Het benodigde budget voor groot onderhoud en vervanging tunnels vanaf 2027 (voor groot onderhoud en vervanging tunnels zijn nog geen normkosten bekend).
- De kosten voor het apparaat van de organisatieonderdelen Stadswerken en Verkeer en Openbare Ruimte.
- Een deel van de noodzakelijke budgetten voor beheer en onderhoud van de asset water (de budgetten die daarvoor in bovenstaande financiële uitwerking zijn opgenomen zijn nog onzeker).
Bezuinigen op preventief onderhoud
Opgenomen in kosten maatregel 'de nu bestaande assets in stand houden'.
Bezuinigen op Stadsverbetering
Grove inschatting is dat er door het uitstellen van Stadsverbeteringen tot absoluut einde levensduur jaarlijks ongeveer € 0,7 miljoen op de exploitatie en € 5,2 miljoen op de investeringen van Stadsbehoud zou kunnen worden bezuinigd. Dit bedrag is slechts een indicatie. Afhankelijk van de daadwerkelijke spreiding in uitvoeringsplanning van de stadsverbeteringsprojecten kan het bedrag per jaar afwijken.
De onderbouwing is als volgt: in het geactualiseerde bestedingsvoorstel SMF (Stadsverbetering) van december 2021, draagt programma Stadsbehoud (beheer en onderhoud) € 50 miljoen bij aan Stadsverbeteringsprojecten in 2022-2026 omdat op die plekken ook onderhoud nodig was in de komende 1-10 jaar (12 procent vanuit de exploitatie, en 88 procent vanuit de investeringen). We doen hierbij voor de berekening de aanname dat ongeveer 60 procent van de Stadsverbeteringsprojecten waar Stadsbehoud aan bijdraagt wordt uitgevoerd voor einde levensduur. Daarnaast nemen we aan dat in die aangenomen 60 procent van de gevallen, het gaat om een vervroeging van 1 tot 5 jaar voor einde levensduur (gelijke spreiding). Als we er vanuit gaan dat de projecten waarin dit het geval was ook qua uitvoeringsplanning gelijk gespreid zijn over de jaren, levert dit een naar-achter-schuiving van benodigd onderhoudsbudget op. We gaan er van uit dat we als we onze werkwijze niet zouden aanpassen, dit voor de volgende jaren (2027-2031) een gelijkaardig bedrag zou betreffen.
Het intrekken van eerder afgesproken bijdrages kan verregaande (financiële) impact hebben op geplande Stadsverbeteringsprojecten. Die effecten zijn in deze berekening niet meegenomen.
De onderbouwing is als volgt: in het geactualiseerde bestedingsvoorstel SMF (Stadsverbetering) van december 2021, draagt programma Stadsbehoud (beheer en onderhoud) € 50 miljoen bij aan Stadsverbeteringsprojecten in 2022-2026 omdat op die plekken ook onderhoud nodig was in de komende 1-10 jaar (12 procent vanuit de exploitatie, en 88 procent vanuit de investeringen). We doen hierbij voor de berekening de aanname dat ongeveer 60 procent van de Stadsverbeteringsprojecten waar Stadsbehoud aan bijdraagt wordt uitgevoerd voor einde levensduur. Daarnaast nemen we aan dat in die aangenomen 60 procent van de gevallen, het gaat om een vervroeging van 1 tot 5 jaar voor einde levensduur (gelijke spreiding). Als we er vanuit gaan dat de projecten waarin dit het geval was ook qua uitvoeringsplanning gelijk gespreid zijn over de jaren, levert dit een naar-achter-schuiving van benodigd onderhoudsbudget op. We gaan er van uit dat we als we onze werkwijze niet zouden aanpassen, dit voor de volgende jaren (2027-2031) een gelijkaardig bedrag zou betreffen.
Het intrekken van eerder afgesproken bijdrages kan verregaande (financiële) impact hebben op geplande Stadsverbeteringsprojecten. Die effecten zijn in deze berekening niet meegenomen.